Themis 76 - Internationaal privaatrecht

  • Availability In stock
  • Free shipping

Description

De onderwerpen die in het cahier worden behandeld bestrijken een groot aantal sectoren, met in elk veel aandacht voor de invloed van het Europese IPR op het Belgische.Prof. Van Calster bekijkt eerst de bevoegdheid. Het bepalen van de bevoegdheid of niet van een rechtbank is een eerste stap in de IPR analyse. Vaak ook de belangrijkste. Procedures staan en vallen niet zelden met de rechtbank die zich over het geschil uitspreekt. 10 jaar na de inwerkingtreding van de EEX-Verordening, wordt zij relatief grondig gewijzigd. Tijd voor een overzicht van de wijzigingen en de stand van zaken in de Europese besluitvorming erover. De steeds verdergaande Europese harmonisatie doet ook de vraag rijzen naar het nut van een Belgische 39;residuaire39; bevoegdheid, en de koers die Belgi hierbij nuttig kan varen.Aansluitend op de uiteenzetting van Geert Van Calster wordt door Meester den Tandt een stand van zaken gegeven omtrent de toepasselijkheid van de EEX-Verordening op arbitrage. Vervolgens wordt nader bekeken op welke wijze het toepasselijk recht kan worden bepaald in arbitrage procedures.Prof. Kruger bespreekt het familierechtelijk IPR. In de laatste jaren heeft het Hof van Justitie een heel aantal arresten geveld over ouderlijk gezag en internationale kinderontvoering, vooral volgens de spoedprocedure. Ondertussen stond de Europese wetgever uiteraard ook niet stil en in juni 2012 trad in Belgi en in dertien andere EU-lidstaten de zogenaamde Rome III-Verordening, over het recht van toepassing op echtscheiding, in werking.Prof. Allemeersch en Janek Nowak tackelen het Europese burgerlijk procesrecht. De burgerlijke rechtspleging wordt traditioneel beheerst door de lex fori, de nationale wet van het land waar het geschil wordt gevoerd. Het voorbije decennium heeft de Europese Unie zich echter steeds nadrukkelijker gemanifesteerd op dit terrein. Bewijs, juridische bijstand, bemiddeling, geringe schuldvorderingen, betalingsbevel, publiekrechtelijke schuldvorderingen, beslag op bankrekeningen,... Deze lezing geeft een stand van zaken.Prof. Verbeke en Elise Goossens geven een overzicht van de cruciale 39;Erfrechtverordening39;. De afwikkeling van transnationale nalatenschappen mondt vaak uit in een complexe, dure en tijdrovende procedureslag. Om hieraan tegemoet te komen, heeft de EU een Europese Verordening inzake erfopvolging aangenomen, waarin de nationale regels over de bevoegde rechter en het toepasselijke recht bij grensoverschrijdende nalatenschappen worden geharmoniseerd. De Verordening introduceert tevens een nieuw Europees instrument met materieelrechtelijke werking de Europese erfrechtverklaring. Sprekers geven een overzicht van de nieuwe bepalingen en evalueren de implicaties voor het Belgische recht.Prof. Janssens en Meester Van de Mosselaer, ten slotte, bespreken de recente ontwikkelingen inzake IPR en intellectueel eigendomsrecht. Geschillen over auteursrecht, merkenrecht en zeker octrooirecht hebben van oudsher een internationale dimensie. Met het internet is die dimensie exponentieel toegenomen. De internationale en Europese regelgevingen over intellectuele rechten hebben alvast eigen regels voorgeschreven voor het oplossen van vraagstukken over bevoegde rechtbank en toepasselijk recht. Interessant is dus de vraag hoe deze regelgevingen te rijmen zijn met de algemene regels van IPR neergelegd in de Verordeningen van Brussel en Rome. En welke plaats blijft er over voor de toepassing van de regels van het Belgische IPR wetboek, met afzonderlijke bepalingen over intellectuele rechten De lezing distilleert een antwoord op deze vragen uit de Europese en Belgische rechtspraak.