Themis 75 - Verbintenissenrecht
- Schrijver Sophie Stijns
- Uitgever die Keure
- ISBN 9789048616527
- Publicatiedatum 10-12-2012
- Land Belgium
- Taal Dutch
- Beschikbaarheid Op voorraad
- Gratis verzending
Beschrijving
Wij starten met twee opvallende tendenzen bij de aflijning van de basisbeginselen van contractenrecht, meer bepaald bij de afbakening van de contractvrijheid en van de bindende kracht van de overeenkomst. Wist u dat het Hof van Cassatie onlangs in een baanbrekend arrest heeft beslist dat contractweigering rechtsmisbruik kan uitmaken Doorgaans wordt nochtans verdedigd dat het verbod op rechtsmisbruik geen toepassing kan vinden op 39;vrijheden39; maar enkel op afgebakende rechten. Kent u trouwens de nieuwe antidiscriminatiewetgeving die discriminatie tussen particulieren verbiedt Al deze nieuwe beperkingen op de contractvrijheid worden u hier voorgeschoteld. We nemen de figuur van het verbod op rechtsmisbruik verder onder de loep en gaan recente toepassingsgevallen na. De sanctionering van rechtsmisbruik staat hierbij centraal omdat zich ook hier verrassende evoluties aftekenen. Wist u bijvoorbeeld dat de rechtsverwerking blijkbaar is erkend door het Hof van Cassatie als een sanctie of een criterium van rechtsmisbruik De basisbeginselen staan onder hoogspanning en deze ontwikkelingen worden u pittig toegelicht door Prof. dr. Sophie Stijns, Co-directeur van het Instituut voor Verbintenissenrecht en drs. Sanne Jansen, FWO-Aspirant Vlaanderen, assistente van Instituut voor Verbintenissenrecht. Vervolgens wordt stilgestaan bij de fase van totstandkoming van overeenkomsten en van verbintenissen uit eenzijdige rechtshandeling. Prof. dr. Annick De Boeck, hoofddocent HUBrussel en Prof. dr. Raf Van Ransbeeck, docent HUBrussel vertrekken vanuit de actuele invulling van de vier geldigheidsvoorwaarden, om dan stil te staan bij de rechtspraak van 2005 tot heden inzake de wilsgebreken, voorwerp en oorzaak. Hier kan men immers zowel de knelpunten als de evolutiepolen situeren. Bijzonder interessant zijn bijvoorbeeld de toepassingsgevallen van de partijbeslissing zo bij aanneming van werken zonder vaste prijs Cass. 9 november 2006 en van het ongeoorloofde voorwerp zo bij huur van kamers voor raamprostitutie Cass. 15 juni 2007; bij huur van een woning die niet voldoet aan de minimale kwaliteitsnormen; bij aanneming van werken zonder bouwvergunning. Daarna komen talrijke concrete vragen rond de uitvoering en de beindiging van het contract aan de beurt. Hierbij worden zowel het gemeen als het consumentenrecht belicht. Moet men als advocaat in een ingebrekestelling aan een consument steeds de volgende zin toevoegen, in een afzonderlijke alinea, in het vet en een ander lettertype gedrukt quot;Deze brief betreft een minnelijke invordering en geen gerechtelijke invordering dagvaarding voor de rechtbank of beslag.quot; Wat zijn de gevolgen zo men dat vergeet Kan men, geconfronteerd met een onterecht beroep op de exceptio non adimpleti contractus door de wederpartij, automatisch tot de ontbinding van het contract overgaan Wanneer het economisch veel zwaarder wordt om zijn verbintenissen uit te voeren, kan een schuldenaar dan een beroep doen op de imprevisieleer In hoeverre zijn exoneratie-, schade- en overmachtsbedingen in een overeenkomst met consumenten geldig Al deze vragen worden nauwgezet beantwoord door Prof. dr. Ilse Samoy, hoofddocent KU Leuven en UHasselt, Co-directeur Instituut voor Verbintenissenrecht en drs. Sander Van Loock, assistent KU Leuven en UHasselt, Instituut voor Verbintenissenrecht. Contracten gaan niet alleen de partijen aan maar hebben ook gevolgen voor derden. De leer van de derde-medeplichtigheid aan contractbreuk is hiervan het zuiverste bewijs en zij wordt dan ook grondig doorgelicht. Zo krijgt u een antwoord op de vraag of de kennis van de contractuele situatie in hoofde van de derde effectief moet zijn, dan wel of het 39;behoren te weten39; volstaat voor zijn aansprakelijkheid. Kan trouwens een persoon die met de derde-medeplichtige contracteert, met hem vereenzelvigd worden en ook worden aangesproken op basis van derde-medeplichtigheid Volstaat het dat de derde-medeplichtige een feitelijke handeling heeft gesteld of wordt steeds het stellen van een rechtshandeling vereist Dit zijn zovele knelpunten die actueel het voorwerp uitmaken van een debat in de Belgische rechtspraak en rechtsleer. Prof. dr. Vincent Sagaert, hoogleraar KU Leuven, Kulak, U. Antwerpen en drs. Elien Dewitte, monitor Verbintenissenrecht Kulak zorgen voor een opfrissing van deze spilfiguur in de derdenwerking, maar ook van de sterkmaking, de schijnvertegenwoordiging, de derdenbegunstiging en de pauliaanse vordering.