Een kunstenaarsbestaan in de twintigste eeuw

Beschrijving

Vastbesloten om als vrij kunstenaar in zijn levensonderhoud te gaanbrvoorzien huurt de jonge veelbelovende beeldhouwer Frans Fritschy na debroorlog een atelier. Het valt niet mee. Kasboekjes maken zijn kunstenaarsarmoedebrzichtbaar in jaren waarin al snel drie kindermonden gevoed moetenbrworden. Na acht jaar geeft een leraarschap aan de Rotterdamse academiebrlucht. Hij ontwikkelt een krachtige eigen stijl en gaat experimenteren metbrnieuwe vormen en materialen. Er zijn opdrachten uit zijn katholiek-socialebrnetwerk en uit het opbloeiende Rotterdamse bedrijfsleven. Maar in de maalstroombrvan veranderingen in katholicisme en kunst van de jaren zestig lijktbrzijn werk tot verdwijnen gedoemd. Rond 1969 meent hij gedeprimeerd datbrzijn beeldhouwerschap ten einde is. Zes jaar later keert zijn creativiteit terug.brZijn mooiste werk wordt een schaaksimultaanseance, waarin hij twintigbrschakers in stugge koperkrullen elk hun eigen individualiteit weet te gevenbrtegenover een in perspex uitgevoerde grootmeester.brbrZijn dochter historica en kunsthistorica vormde zijn unieke nalatenschapbrtot een verhaal over academiejaren tijdens de oorlog en een kunstenaarsbestaanbrtegen de achtergrond van het naoorlogse Rotterdam. Zijnbrzoon opmaker en schaakliefhebber verzorgde op basis van vele oudebrfotos de rijke illustratie en schreef een bijdrage over Frans Fritschy en hetbrschaakspel.brbrDit boek wil een hommage zijn aan alle kunstenaars die niet wetenbrdoor te dringen tot de artistieke top, maar die blijvenbrproberen het kunstenaarsideaal waar te maken om schoonheidbronder de mensen te brengen.br