Afstand van recht in de strafprocedure

  • Beschikbaarheid Op voorraad
  • Gratis verzending

Beschrijving

Wie het Wetboek van Strafvordering ter hand neemt, zal vaststellen dat de wetgever traditioneel geen echte voorstander bleek van een actief betrokken en autonoom handelende private partij, omdat die zijn opzet om tot waarheidsvinding te komen, stokken in de wielen kon steken. Om zijn doelstelling te bereiken, koos hij voor rechtsregels die van openbare orde zijn en dus geenszins toelaten dat een individu het strikt gereglementeerde overheidsoptreden in de war zou sturen. Binnen die constellatie kon van een afstand van recht weinig sprake zijn.Worstelend met een realiteit evenwel die hem uitdaagde om de strakke teugels iets meer te laten vieren, liet de wetgever een dergelijke afstand gaandeweg wel toe. Onderzoekshandelingen met toestemming vonden hun weg naar de strafprocedure, net als overeenkomsten over de uitkomst van de strafvordering. Een afstand van recht werd dan wel op diverse vlakken mogelijk, maar wie daar een conceptuele theorie achter zoekt, komt van een kale reis terug. Bovendien heeft deze mogelijkheid een belangrijke weerslag op de klassieke rolverdeling tussen het Openbaar Ministerie, de zittende magistratuur en de private partijen met inbegrip van de advocatuur, zodat ook daar de vraag ontstaat naar een nieuw evenwicht. Dit boek beantwoordt de vraag op welke manier de toelating van vormen van afstand van recht door personen die betrokken zijn bij een strafprocedure deze procedure een efficint, eerlijk en rechtvaardig karakter kan opleveren. Het gaat na onder welke voorwaarden een dergelijke afstand geoorloofd en geldig is en geeft weer op welke manier de verschillende posities van de bij een strafprocedure betrokken actoren vorm moeten krijgen opdat de procedure een evenwicht weet te bereiken. Dit boek biedt de rechtspracticus verder niet alleen een terugblik via een grondig historisch overzicht, met inbegrip van een duiding bij de hervormingsvoorstellen die het wel of niet haalden, het beschrijft ook uitgebreid diverse elementen uit de actuele strafprocedure. Zo krijgt de lezer een grondige toelichting bij de principes voor de huiszoeking en het DNA-onderzoek met toestemming in de onderzoeksfase, en voor het laten van verstek in de vonnisfase. Wat de alternatieve strafprocedure betreft, krijgt de rechtspracticus een zeer grondige beschrijving van de principes over de minnelijke schikking en de procedure van voorafgaande erkenning van schuld.