Terreurbestrijding in Belgi en Europa

  • Disponibilité En stock
  • Livraison gratuite

Description

Over het boek met woord vooraf door Prof. Dr. Gert VermeulenbrHet onderwerp van voorliggend boek, hoewel het raakt aan centrale vragen in het huidige nationale en Europese strafrechtelijk beleid, bleef tot op heden zeer onderbelicht in de criminologische literatuur.brbrDe auteur, die tijdens haar opleiding criminologische wetenschappen aan de Universiteit Gent de kans kreeg stage te lopen bij de Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid ADIV van de Krijgsmacht - de Belgische militaire inlichtingendienst - zet met dit boek een zeer evenwichtige en geslaagde denkoefening neer, die tegelijk moedig en kritisch is. Diegenen die haar en daarmee indirect ook de UGent, inzonderheid vanuit afdeling counter-intelligence CI van ADIV, de mogelijkheid hebben geboden om op de best mogelijke manier en in gegroeid wederzijds professioneel vertrouwen wetenschappelijk onderzoek te verrichten naar de relatie tussen inlichtingendiensten, politie en justitie in de context van terrorismebestrijding, hebben daarmee succesvol een belangrijke bouwsteen gelegd voor een tot op vandaag zo goed als onontgonnen wetenschappelijk onderzoeksterrein.brbrOp basis van uitsluitend niet-confidentile informatie en bronnen, en dus zonder gevaar op going native, neemt auteur de lezer mee in een analyse die doelgericht focust op de meest complexe en fundamentele vragen die rijzen in de context van de horizontale, verticale en diagonale interactie binnen en tussen de inlichtingdiensten en de politie- en gerechtelijke wereld in de aanpak van terrorisme, en dit zowel op nationaal vlak als binnen de EU.brbrDe lezer krijgt niet alleen alle hoeken van de kamer van de inlichtingendiensten te zien. Hij krijgt ook het bredere plan voorgelegd, met kritische zoom op de soms onlogische of onverwachte doorgangen naar en connecties met andere kamers en verdiepingen, mogelijk disfunctionele aspecten van de globale veiligheidsconstructie, veiligheidsrisico39;s, verzakkingen en zo meer. Daarbij brengt de auteur her- bewegwijzering en gevaarbordjes aan die de lezer, alsook de burger en bewoner van het veiligheidshuis, minstens dwingen niet onnadenkend een aantal van de gekozen of zich ontwikkelende veiligheidstrajecten te bewandelen die mogelijk als sluipwegen of doodlopende gangen moeten worden beschouwd.brbrWezensvragen i.v.m. de vaak sterk vertroebelende verhouding tussen preventie, prospectie, proactie en repressie, tussen militair- of burgerlijk- bestuurlijke en gerechtelijke finaliteit, tussen informatie, intelligence en counterintelligence, tussen counterterrorisme en antiterrorisme, tussen inlichtingen- en veiligheids-, politie- en gerechtelijk werk, tussen 2de en 3de EU-pijler, enzomeer worden met rustige trefzekerheid op scherp gesteld en op onderbouwde wijze beantwoord. De consequenties bij het beantwoorden ervan rekening houdend met de fundamenten van rechtsstatelijkheid, legitimiteit en mensenrechtelijkheid voor het globale evenwicht van de in de strijd tegen het terrorisme steeds meer verbouwde veiligheidsconstructie, worden prima aangeduid, zonder dat de lezer keuzes opgedrongen krijgt.brbrHet theoretisch reflectiekader is sterk en helder uiteengezet, wat een stapsgewijze, systematische en coherente argumentatie toelaat, die nooit gratuit of ongenuanceerd is.brbrHet geheel is goed historisch-institutioneel en strafrechtspolitiek gekaderd maar blijft steeds ad rem en laat tegelijk een verhelderend licht schijnen op een aantal actuele vragen, o.m. in verband met het Cordinatieorgaan voor de Dreigingsanalyse OCAD, de aankomende BIMWet Wet Bijzondere Inlichtingenmethoden en de noodzaak aan een burgerlijke en militaire Europese inlichtingendienst in de 2de EU-pijler.brbrDe meertalige bronnenstudie is indrukwekkend, zowel naar omvang als naar diversiteit en bandbreedte. Zowel strikt criminologische literatuur, politiek-wetenschappelijke literatuur, doctrinestukken over o.a. strafprocessuele kwesties en dataprotectie, politieliteratuur, voorbereidende parlementaire werken, moeilijk toegankelijke EU-bronnen, beleidsteksten en grijze literatuur zijn schijnbaar moeiteloos en op werkelijk intelligente wijze gentegreerd in een sterk opgebouwde, rustige en toch gedecideerde argumentatie, waarvan het reflectieniveau en het vermogen dat eruit spreekt om kruiselings over de klassieke muurtjes heen te denken, zonder meer verfrissen.brbrDe auteur schrijft met kennis van zaken en weet derhalve te overtuigen, ook waar ze tegen de stroom in kritisch blijft nadenken en van de lezer vraagt dat ook te doen.brbrDit boek is basisliteratuur voor eenieder die professioneel, beleidsmatig, onderzoeksmatig of anderszins interesse stelt in de verhoogde interactie tussen inlichtingendiensten, politie en justitie die de huidige nationale en Europese terrorismebestrijding kenmerken.br