Strafrechtelijke bescherming van minderjarigen

  • Disponibilité En stock
  • Livraison gratuite

Description

Op 1 april 2001 is de Wet 28 november 2000 betreffende de strafrechtelijke bescherming van minderjarigen in werking getreden. De wet bouwt in belangrijke mate voort op aanbevelingen geformuleerd door de Nationale Commissie tegen de seksuele uitbuiting van kinderen, die in oktober 1996, in de onmiddellijke nasleep van de affaire Dutroux, genstalleerd werd naar aanleiding van een rondetafelconferentie van de regering met het vorstenpaar en ouders van vermiste en vermoorde kinderen. De nieuwe wet strekt ertoe drie belangrijke doelstellingen te realiseren de strafwetgeving inzake strafrechtelijke bescherming van minderjarigen te moderniseren, het Strafwetboek coherenter te maken, en de strafrechtelijke bescherming van minderjarigen op te voeren. Een aantal interessante en goedbedoelde wijzigingen ten spijt, laat de wet echter een erg fragmentaire indruk. De wetgever heeft nogal wat kansen om een meer globale herziening van bepaalde leerstukken door te voeren, laten liggen. Aan een aantal aspecten werd - ten onrechte - niet gesleuteld. Een flink deel van de interessante voorstellen gedaan in de loop van het wetgevingsproces, haalde - jammer genoeg - ook de eindstreep niet. Daardoor werd een aantal van de bestaande anomalien in het Strafwetboek in stand gehouden. De nieuwe wet laat daardoor vooral een beeld van verstrenging van de betreffende wetgeving, eerder dan van intrinsieke verbetering ervan. Juridische en maatschappelijke discussies rond de voornaamste deelaspecten van de problematiek van strafrechtelijke bescherming van minderjarigen werden in afzonderlijke hoofdstukken verwerkt. Het globale resultaat is een coherente en boeiende synthese geworden van grondig onderzoek van rechtspraak en rechtsleer enerzijds en kritische reflectie, duiding en stellingname anderzijds.