De nieuwe Bankwet

  • Disponibilité En stock
  • Livraison gratuite

Description

De wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen kortweg de nieuwe Bankwet heeft de gelijknamige wet van 22 maart 1993 integraal vervangen. De oude Bankwet bleek immers niet langer toereikend om het hoofd te bieden aan de ingrijpende wijzigingen in de sector en de uitdagingen die de recentste financile crisis op tamelijk brutale wijze aan het licht heeft gebracht. Bovendien noopte een vloedgolf aan nieuwe Europese regelgeving tot een grondige herziening van de Belgische bankwetgeving. Met de nieuwe wetgeving beschikt het Belgisch financieel bestel over een robuuste basis voor de komende decennia.Op 2 juni 2014 organiseerde het Jan Ronse Instituut voor Vennootschaps- en Financieel Recht KU Leuven samen met het Belgisch Financieel Forum en de Belgische afdeling van de Europese Vereniging van Bank- en Financieel Recht een studiedag over de nieuwe Bankwet. De referaten daarvan zijn nu in geactualiseerde vorm gebundeld in de nieuwe publicatie De nieuwe Bankwet boek nr. 26 in de Reeks Vennootschaps- en Financieel Recht.InleidingBij wijze van inleiding bij het verslagboek situeert professor dr. Koen GEENS, thans minister van Justitie, de nieuwe Bankwet in haar rechtshistorisch perspectief en tegen de Europese achtergrond.Le mcanisme de surveillance unique MSU analyse juridiquePhilippe-Emmanuel PARTSCH, Professeur Universit de Lige, Partner Arendt MedernachProfessor Philippe-Emmanuel PARTSCH geeft uitgebreid toelichting bij de eerste pijler van de Bankenunie, het Gemeenschappelijk Toezichtsmechanisme. De werking van dit mechanisme benvloedt op ingrijpende wijze de bevoegdheden van de Nationale Bank van Belgi, vermits de Europese Centrale Bank voortaan het prudentieel toezicht op de banksector waarneemt. In het licht van de vele uitzonderingen op en delegaties van het ECB-toezicht, blijft de Nationale Bank van Belgi op dit gebied evenwel cruciale taken vervullen. De precieze taakverdeling wordt nauwgezet in kaart gebracht.Capital and liquidity requirements in the new banking lawJo SWYNGEDOUW, Hoofd Prudentieel Beleid en Financile Stabiliteit Nationale Bank van BelgiStijn FERRARI, Jrgen JANSSENS, Nicolas STANER en Brenda VAN TENDELOO, Adviseurs Prudentieel Beleid en Financile Stabiliteit Nationale Bank van BelgiVervolgens biedt Jo SWYNGEDOUW samen met vier adviseurs van de Nationale Bank van Belgi inzicht in de nieuwe kapitaal- en liquiditeitsvereisten voor kredietinstellingen. Deze regels vormen de omzetting in het Belgisch recht van het CRD IV-pakket, dat op zijn beurt de Basel III-vereisten implementeert.De auteurs bespreken de nieuwe bouwstenen die door Basel III werden ontwikkeld om de banksector terug gezond en veerkrachtig te maken meer nadruk op de kwaliteit van het kapitaal, strengere kapitaalvereisten, de introductie van macroprudentile buffers en ten slotte de invoering van liquiditeits- en hefboomratios. Al deze componenten en hun onderlinge verhouding komen aan bod.De governance van kredietinstellingen onder de Bankwet van 25 april 2014 the times are they a-changin Kristof MACOURS, Deputy General Counsel, BNP ParibasMarieke WYCKAERT, Deeltijds hoogleraar Jan Ronse Instituut, partner EubeliusEen belangrijk onderdeel van het verslagboek is gewijd aan de nieuwe corporate governance vereisten voor financile instellingen. Vanuit hun professionele achtergrond hebben Marieke WYCKAERT en Kristof MACOURS daarbij oog voor de praktijk. Naast een grondige analyse van de nieuwe governance regels voor de banksector, onderzoeken ze ook in welke mate die verschillen van het gemeen vennootschapsrecht en de governance regels in genoteerde vennootschappen. Ten slotte wagen de auteurs zich aan een eerste, voorzichtige evaluatie.Structure of banking activities Belgian provisions on proprietary trading from an international perspectiveKatrien Morbee, Research Student at the University of OxfordKatrien MORBEE bestudeert de nieuwe Belgische regeling inzake handel voor eigen rekening proprietary trading. Onder de nieuwe Bankwet mag een kredietinstelling in principe niet handelen voor eigen rekening. Wil ze dat toch doen, dan moet ze haar tradingactiviteiten afsplitsen van haar deposito-activiteiten en onderbrengen in een beursvennootschap die buiten haar consolidatiekring valt. De auteur plaatst de nieuwe regels in een rechtsvergelijkend perspectief.De omzetting van de Herstel- en Afwikkelingsrichtlijn in de nieuwe BankwetDries COOLS, Analist prudentieel beleid Nationale Bank van BelgiOok de tweede pijler van de Bankenunie, het Gemeenschappelijk Afwikkelingsmechanisme is sinds 1 januari 2016 een feit. Doel van dit mechanisme dat is samengesteld uit een gemeenschappelijke afwikkelingsraad en de nationale afwikkelingsautoriteiten is ervoor te zorgen dat falende banken op een ordelijke manier worden afgewikkeld en dat de kosten voor de belastingbetaler en de rele economie daarbij zoveel mogelijk worden beperkt. Dries COOLS behandelt de belangrijkste punten uit de Europese Herstel- en Afwikkelingsrichtlijn Bank Recovery and Resolution Directive en gaat in op de keuzes die de Belgische wetgever bij de omzetting heeft gemaakt.Achtereenvolgens overloopt de auteur de drie stadia die aan bod komen in de Richtlijn. Na een preventief stadium waarin de kredietinstellingen in tempore non suspecto voorbereid worden op eventuele financile schokken elke bank moet voortaan een herstelplan en een afwikkelingsplan klaar hebben liggen, kan de toezichthouder in een tweede fase bij wijze van vroegtijdige interventie de nodige corrigerende maatregelen treffen. Tot slot volgt desgevallend de afwikkelingsfase, waarbij de klemtoon ligt op het vermijden van een bail-out door de overheid en het waarborgen van financile stabiliteit.Depositobescherming in Belgi impact van Richtlijn 201449EUVeerle COLAERT, Docent Jan Ronse Instituut voor Vennootschaps- en Financieel RechtWouter ADRIAENS en Eva MILANTS, Masters Economie, Recht en BedrijfskundeTen slotte levert de nieuwe Bankwet ook de wettelijke basis voor het Belgisch depositogarantiesysteem. De regels inzake depositogarantie in Belgi werden de voorbije jaren meermaals gewijzigd en ook de huidige regeling zal geen lang leven zijn beschoren. Als derde pijler van de Bankenunie werd op 16 april 2014 immers de nieuwe Depositogarantierichtlijn 201449EU aangenomen.Het doel van deze bijdrage bestaat erin de impact van de nieuwe Richtlijn op het Belgisch wetgevend kader te onderzoeken. Daartoe schetsen de auteurs eerst kort de doelstellingen en de historiek van de regels inzake depositogarantie in Europa en in Belgi. Vervolgens komt de huidige Belgische dekkingsregulering aan bod en de impact die de nieuwe Richtlijn daarop zal hebben. De meest diepgaande wijzigingen betreffen de financiering van het depositogarantiesysteem vertrekkend vanuit het gevaar op moral hazard de neiging om anders te handelen wanneer men beschermd is tegen een bepaald risico dan wanneer men deze bescherming niet geniet worden de nieuwe Europese financieringsregels en hun invloed op de Belgische beschermingsregeling besproken.De auteurs sluiten hun bijdrage af met een blik op de toekomst van de depositogarantie in Europa. Zij menen dat een volwaardige Bankenunie ook n overkoepelend Europees interventiefonds met bevoegdheden inzake bankafwikkeling n depositogarantie vereist dat alle bestaande nationale stelsels vervangt.